Schoolstage 2

De tweede schoolstage maakt deel uit van het OPO  ‘Schoolstage onderwijsvak x’.  De stagiair kiest hiervoor zelf een stageschool. De graad en  opleidingsvorm waarin hij/zij lesgeeft is een eigen keuze.  De gekozen school is verschillend van de stageschool waar de stagiair de eerste schoolstage loopt.  Deze schoolstage heeft de vorm van een zelfstandige stage waarbij de stagiair gedurende een langere periode ( +/– 5 weken) als fulltime lid van een onderwijsteam functioneert. Hij/zij maakt er kennis met alle facetten van een zelfstandig functionerende leerkracht in een secundaire school. De stagiair geeft gedurende een langere tijd les aan een beperkt aantal klassen. Op deze wijze wordt het leerproces van de leerlingen meer zichtbaar en kan de student inzetten op een maximaal leerrendement van alle leerlingen.  Naast vakdidactische opdrachten kan de student actief deelnemen aan verschillende stageverbredende activiteiten waarbij hij zich toont als lid van een vakgroep en schoolteam, in relatie treedt tot ouders en externen. De student oefent alle verschillende basiscompetenties vanuit de tien functionele gehelen zoals gespecifieerd in de basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs.

Presentatie_info_schoolstage_3BaSO_24-25

De stage-opdracht voor schoolstage 2 (de zelfstandige stage) is drieledig:

 

  1. functioneren in de klas als vakleerkracht (stagelessen: 25 uur per vak)
  1. aan de slag gaan met vijf ingroei-opdrachten
  • activerende werkvormen hanteren
  • schriftelijke feedback geven aan leerlingen
  • deelnemen aan teamoverleg
  • periodeplan opmaken
  • verkennen differentiatiegedeelte eerste graad

De opdrachten staan beschreven in aparte opdrachtenfiches. Zie documenten.

  1. de klasoverstijgende rollen van een leraar verkennen
  • de leraar als cultuurparticipant
  • de leraar als partner van ouders
  • de leraar als lid van een schoolteam
  • de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap

De stagiair verkent door middel van minimum één activiteit wat elk functioneel geheel concreet kan inhouden voor een leerkracht op een secundaire school. Het hoeft niet noodzakelijk een deelname te zijn aan een activiteit. Het kan ook gaan om het verkennen van een bepaalde taak, bijvoorbeeld via een interview, gesprek, theoretische verkenning. De stagiair kiest in samenspraak met de stageschool deze opdrachten. Mogelijke opdrachten zijn beschreven in ‘Opdrachten_Verkennen van klasoverstijgende rollen.

Het geheel van deze opdrachten (inclusief opladen documenten) wordt voor de stagiair beschreven in de ‘Toelichting zelfstandige stage schoolstage’.

Opdrachten_Verkennen van klasoverstijgende rollen

De begeleiding van ‘het functioneren in de klas als vakleerkracht’ gebeurt door de mentoren van de stageschool en de stagebegeleiders van de hogeschool.

Tijdens de contactweek nemen de mentor en stagiair voldoende tijd om in gesprek te gaan over de lesonderwerpen van de actieve stage. De stagiair licht ook het concept van de schoolstage / zelfstandige stage toe.

Een stagiair in de derde opleidingsfase dient zijn lesvoorbereiding niet meer voorafgaand aan de mentor te bezorgen. Wanneer de mentor dit toch wenst, kan dit in onderling overleg worden besproken.  Bij elke eigenlijke les is er een lesvoorbereiding beschikbaar. In de derde opleidingsfase kan dit uitgewerkt zijn vanuit een zelf ontworpen sjabloon en vorm.

Bij de tweede schoolstage kan de mentor ervoor kiezen om de stagiair zelfstandig (zonder toezicht) te laten lesgeven. Het is wel aangewezen om voorafgaand de les de lesaanpak samen te bespreken. Op deze wijze blijft de mentor sterk betrokken bij de didactische keuzes van de stagiair. Er hoeft niet bij elke les een begeleidingsformulier te worden ingevuld. 

Begeleidingsformulier_les_door mentor

De mentor noteert bij het einde van de stage feedback bij de gehele schoolstage in het document ‘eindevaluatiedocument_door mentor. Dit document kan door meerdere vakcollega’s samen worden ingevuld. Het is belangrijk dit document tijdig terug aan de stagiair terug te bezorgen. 

Eindevaluatiedocument_door mentor 

Tijdens de stage kunnen stagebegeleiders een stageles volgen. Het doel hiervan is om in samenspraak met de mentor een beeld te krijgen van het groeiproces van de student als leraar en de werkpunten te bepalen voor volgende lessen. De lessen worden, indien mogelijk, nabesproken met de student én de mentor.

De ingroeiopdrachten maakt de stagiair zelfstandig. De mentor kan feedback geven waar nodig. 

De opdrachten ‘Verkennen van de klasoverstijgende rollen van een leraar’ plant de stagiair met de mentorcoach van de stageschool en / of vakmentoren.  Het is handig wanneer dit een persoon is die het meeste zicht heeft op het globaal functioneren van de stagiair. We vragen om een handtekening te plaatsen wanneer een stagiair een opdracht heeft uitgevoerd. Het is de bedoeling dat de stagiair gedurende 5 weken zo vaak mogelijk aanwezig is op de stageschool en zich als temlid profileert. De opdrachten ‘Verkennen van klasoverstijgende rollen’ kunnen hier een leidraad bij zijn.

De mentor kan feedback geven bij elke geziene les  en kan deze feedback noteren op het begeleidingsformulier dat bij de lesvoorbereiding hoort. Gezien de mentor niet bij elke les hoeft aanwezig te zijn, hoeft dit document niet bij elke les ingevuld worden.

Begeleidingsformulier_les_door mentor

Hij/zij geeft wel feedback over het gehele verloop van de stage aan de hand van het document ‘eindevaluatie stage’.

Eindevaluatiedocument_door mentor

De stagebegeleider van de hogeschool maakt een lesverslag bij een stagebezoek.

De stagiair krijgt vanuit de opleiding  één stagebegeleider toegewezen voor de beoordeling van het pakket ‘opdrachten zelfstandige stage’. Deze persoon evalueert zowel de ingroeiopdrachten als de klasoverstijgende opdrachten. Deze opdrachten bepalen per onderwijsvak 30% van het totaal punt voor het OPO schoolstage vak x.  Het didactisch functioneren bepaalt 70%.

Hij/zij evalueert deze opdrachten aan de hand van het document ‘Verslaggeving ingroeiopdrachten’ en ‘Eindevaluatie zelfstandige stage’ waar de opdrachten  Het verkennen van klasoverstijgende rollen’ in verwerkt zijn. Na de stage is er een gesprek met de stagiair.

De eindevaluatie van de zelfstandige stage wordt voorbereid door een zelfevaluatie door de stagiair.

Eindevaluatie-zelfstandige-stage_SS2

De stagiair voert alle opdrachten van de zelfstandige stage uit voor de einddatum van de stage.

De stagiair heeft een begeleider van de stageschool (meestal mentorcoach) die  hem/haar opvolgt  als het gaat over het functioneren als leraar buiten de klasmuren. Bij het einde van de stage (of kort na de stage) verwachten we dat de stagiair een gesprek plant met deze begeleider.

De stagiair bereidt het gesprek voor (zie document eindevaluatie zelfstandige stage). De stagiair beschrijft op welke manier en in welke mate hij/zij de doelen van de zelfstandige stage bereikt heeft. De stagiair geeft zichzelf ook een cijfer op een schaal van 0 tot 10 op de persoonlijke realisatie van de vooropgestelde drie doelen.

De stagiair bezorgt dit verslag minimum één dag voorafgaand het gesprek aan de gekozen persoon (mentor of mentorcoach) met wie hij/zij een gesprek heeft.

De mentor(coach) en de stagiair bespreken samen het verslag en het verloop van de stage. De mentor vult het verslag desgewenst/indien nodig aan en formuleert vanuit het gesprek en de vooropgestelde doelen een conclusie over de zelfstandige stage. Hij bezorgt dit document terug aan de stagiair. 

Na de stage is er een gesprek tussen de stagiair en de stagebegeleider van de hogeschool.

Inhoud accordeon