Fase 3

Beginsituatie en situering

In de eerste opleidingsfase werkte de stagiair aan de basiscompetentie als ‘inhoudelijk expert’. Hij of zij verwierf een aantal basisvaardigheden van een leraar: leren observeren, een degelijke instructie geven en het stellen van gerichte vragen. Hij / zij heeft ervaren wat het betekent om enthousiast en voldoende leidinggevend voor de klas te staan. Hij / zij leerde een les ontwerpen waarbij hij / zij de leerlingen zoveel mogelijk aanzet tot activiteit. Deze competenties nam de stagiair mee naar de tweede opleidingsfase.

In de tweede opleidingsfase ging de stagiair vooral aan de slag met de basiscompetenties ‘de leraar als begeleider van onderwijsleerprocessen, organisator, inhoudelijk expert en  opvoeder’. Zijn of haar functioneren als leerkracht in de klas in relatie met leerlingen stond centraal. De hoofddoelstelling was om effectief leren te realiseren bij leerlingen. De mate waarin hij / zij betrokkenheid van leerlingen kon realiseren was een belangrijk criterium doorheen de stageperiodes.

In de loop van het jaar bouwde hij / zij aan houdingen, kennis en vaardigheden die nodig zijn om steeds meer activerend te kunnen lesgeven: van sterk leerkrachtgestuurde activiteiten naar activiteiten waar de zelfstandigheid van de leerling centraal staat.

In de derde opleidingsfase blijft het realiseren van effectief leren bij leerlingen een centrale doelstelling maar dit doel wordt nagestreefd in een waaier van specifieke contexten. Het stagepakket bestaat uit twee delen: een zelfstandige stage die vervat zit in de schoolstage en een keuzestage.

De competenties van een leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, organisator, inhoudelijk expert  blijven belangrijk. Andere competenties krijgen ook oefenruimte: leraar als lid van een schoolteam, innovator, partner van ouders, partner van externen, en als lid van de onderwijsgemeenschap.

Tijdens de tweede schoolstage (zelfstandige stage) doet de stagiair ervaring op met alle taken die leraren binnen een schoolcontext, naast hun lessenpakket, op zich nemen. Op deze wijze oefent de stagiair alle startcompetenties die een beginnend leraar secundair onderwijs onder de knie moet hebben.

Tijdens de keuzestage doet de stagiair ervaring op in andere pedagogische contexten en toont hij/zij zijn maatschappelijk engagement. 

 

De kerncompetenties concretiseren de verwachtingen per opleidingsfase. Naast de algemene kerncompetenties zijn er ook vakgerichte competenties.