Beginsituatie en situering
In de eerste opleidingsfase werkte de stagiair aan de basiscompetentie als ‘inhoudelijk expert’. Hij of zij verwierf een aantal basisvaardigheden van een leraar: leren observeren, een degelijke instructie geven en het stellen van gerichte vragen. Hij / zij heeft ervaren wat het betekent om enthousiast en voldoende leidinggevend voor de klas te staan. Hij / zij leerde een les ontwerpen waarbij hij / zij de leerlingen zoveel mogelijk aanzet tot activiteit. Deze competenties nam de stagiair mee naar de tweede opleidingsfase.
In de tweede opleidingsfase ging de stagiair vooral aan de slag met de basiscompetenties ‘de leraar als begeleider van onderwijsleerprocessen, organisator, inhoudelijk expert en opvoeder’. Zijn of haar functioneren als leerkracht in de klas in relatie met leerlingen stond centraal. De hoofddoelstelling was om effectief leren te realiseren bij leerlingen. De mate waarin hij / zij betrokkenheid van leerlingen kon realiseren was een belangrijk criterium doorheen de stageperiodes.
In de loop van het jaar bouwde hij / zij aan houdingen, kennis en vaardigheden die nodig zijn om steeds meer activerend te kunnen lesgeven: van sterk leerkrachtgestuurde activiteiten naar activiteiten waar de zelfstandigheid van de leerling centraal staat.
In de derde opleidingsfase blijft het realiseren van effectief leren bij leerlingen een centrale doelstelling maar dit doel wordt nagestreefd in een waaier van specifieke contexten. Het stagepakket bestaat uit twee delen: een zelfstandige stage en een persoonlijk stagetraject.
De competenties van een leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, organisator, inhoudelijk expert blijven belangrijk. Andere competenties krijgen ook oefenruimte: leraar als lid van een schoolteam, innovator, partner van ouders, partner van externen, en als lid van de onderwijsgemeenschap.
Tijdens de zelfstandige stage doet de stagiair ervaring op met alle taken die leraren binnen een schoolcontext, naast hun lessenpakket, op zich nemen. Op deze wijze oefent de stagiair alle startcompetenties die een beginnend leraar secundair onderwijs onder de knie moet hebben.
In het persoonlijk stagetraject doet de stagiair ervaring op in andere pedagogische contexten. Hij/zij stelt hiervoor zelf een stageprogramma samen. De stagiair kan stage lopen in culturele organisaties in de grootstad, kan lesgeven in OKAN, BuSO, DKO, immersie-onderwijs, alternatieve schoolsystemen, derde graad basisonderwijs in de Brusselse context, kan leerlingen begeleiden in musea, bij huiswerk en zo veel meer … In dit traject verwachten we dat de stagiair zichzelf uitdaagt om een nieuwe doelgroep te leren kennen in een nieuwe context. Hij/zij leert er rekening houden met de specifieke onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van lerenden en leert samenwerken met andere belangrijke onderwijspartners.
Opbouw
Concreet ziet het stagecurriculum voor een modeltraject er zo uit:
Studenten algemene vakken
Stage 7 15/11-19/11/22 (ACTIEF) |
Stage 8 7/2-25/03/23 (ACTIEF)
|
Stage 9 25/04 – 13/05/23 (ACTIEF) Of op lesvrije ogenblikken 1ste of 2de semester |
Keuze uit: eerste en tweede graad (versch.finaliteiten) 8u / week / algemeen vak Iin aanwezigheid van een mentor |
Keuze uit: eerste en tweede graad (versch.finaliteiten) Mag een andere school zijn dan de school van stage 7 25 u / vak verdeeld over de gehele periode. Liefst 5 aaneensluitende weken Neemt ook andere leeractiviteiten op in het kader van de zelfstandige stage Kan in afwezigheid van mentor Co-teaching kan |
Keuzestage: 1 of 2 keuzestages Min. 1week of max. 2 weken 12u per week lesgeven Of 32 uur stage (participatie aan werking van de organisatie) Maatschappelijke stage Verleg je grenzen: internationalisering@home of #FAB4+1 EHBO |
Studenten LO-vak (stage voor het tweede onderwijsvak)
Stage 7
14/11-18/11/22 (ACTIEF) |
Stage 8
13/2-31/03/23 (ACTIEF)
|
Stage 9 | |
Keuze uit: eerste en tweede graad 8u / week / algemeen vak in aanwezigheid van een mentor |
Keuze uit: eerste en tweede graad Mag een andere school zijn dan de school van stage 7 25 u / vak verdeeld over de gehele periode. Liefst 5 aaneensluitende weken Neemt ook andere leeractiviteiten op in het kader van de zelfstandige stage Kan in afwezigheid van mentor Co-teaching kan |
Zie didactische practica 3.2 Zie LO |
Doelen en competenties
In de derde opleidingsfase maakt de stagiair kennis met alle verschillende basiscompetenties die worden vooropgesteld in de tien functionele gehelen (of domeinen) zoals gespecifieerd in de Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs (Vlaamse overheid, 2008).
De kerncompetenties concretiseren de verwachtingen per opleidingsfase. Naast de algemene kerncompetenties zijn er ook vakgerichte competenties.