Algemene verwachtingen

Onderstaande info geldt voor bijna alle stages.

Bij een geïndividualiseerd stagetraject kunnen de stages verschillend zijn: data, een combinatie van verschillende stages van verschillende opleidingsfases, competenties, opdrachten en evaluatie kunnen inhoudelijk verschillen van een standaardtraject. Dit persoonlijk stageprogramma wordt afgesproken met de trajectbegeleider en de stagecoördinator en wordt weergegeven in een aangepaste ECTS-fiche. De fiche is voor de stagiair en de stagebegeleider terug te vinden op het stageportaal van de stagiair.  De stagementor leest de individuele wijzigingen in de concrete afspraken van de stageovereenkomst of in de aanvraag via Lerarenstage. Alle andere stageafspraken gelden ook voor geïndividualiseerde stagetrajecten.

Wanneer de stagiair ziek wordt of gewettigd afwezig is en hij/zij voorziet dat hij/zij een geplande les niet kan geven, dan verwittigt hij/zij onmiddellijk (telefonisch) de stageschool, mentoren en stagebegeleiders (- bezoekers).  De melding van afwezigheid bij ziekte gebeurt bij voorkeur zo vroeg mogelijk  (bij het begin van de eigenlijke lesdag).  De stagiair noteert de reden van afwezigheid ook bij de opmerkingen van elke eigenlijke les die hij/zij niet geeft (stageportaal). Bij laattijdige vaststelling van ziekte of andere context van overmacht contacteert de stagiair telefonisch zijn stagebezoeker(s).  Een mail volstaat op dat ogenblik niet.  Het is handig mee te delen hoe lang deze afwezigheid duurt en wanneer de stage terug wordt aangevat. De stagiair dient zelf te communiceren over zijn stageproces met de stagebegeleiders (-bezoekers).  

Alle gemiste uren dienen te worden ingehaald.

De stagiair overlegt – uit eigen initiatief – met de stageschool wanneer de gemiste stage-uren kunnen worden ingehaald. De inhaalstage moet besproken worden met schoolmentor én vakmentor(en). De stagelessen dienen ten laatste twee weken na de eigenlijke stageperiode te worden gegeven. De in te halen lessen dienen zo veel mogelijk gepland  te worden op lesvrije ogenblikken van de hogeschool. De stagiair brengt zijn/haar stagebegeleiders én de stagecoördinator van Odisee tijdig op de hoogte van zijn/haar nieuwe stageplanning en vraagt  goedkeuring hiervoor. Hij /zij plaatst de nieuwe stagelessen (stagerooster) op het stageportaal. 

Alle gemiste uren van een stage dienen ingehaald te zijn voor de start van de volgende stage. Wanneer het pakket stage-uren niet wordt gegeven zoals vooropgesteld, dan wordt de didactische stage als ‘niet afgelegd’ NA beoordeeld en dient het gehele OPO opgenomen te worden in het volgende academiejaar .

Bij afwezigheid wegens ziekte tijdens stagelessen is altijd een doktersattest vereist. De stagiair geeft dit bewijs af aan het secretariaat – stageondersteuning of bezorgt dit via mail aan jimmy.gorteman@odisee.be.  Wanneer de stagiair lange tijd afwezig is, stuurt hij/zij het doktersattest op per post naar ‘Secretariaat stageondersteuning BaSO-Dilbeek, Stationsstraat 301, 1000 Brussel en neemt hij/zij contact op met de ombudsdienst. De stagiair neemt zelf initiatief om een inhaalstage te plannen.  

Ook bij andere gewettigde afwezigheden worden alle hierboven vermelde personen verwittigd en bezorgt de stagiair een afwezigheidsattest aan het secretariaat – stageondersteuning.

Bij niet gewettigde afwezigheid wordt de stage (het OPO) als NA (= niet afgelegd) beoordeeld. 

Wanneer een stagiair een stage wenst stop te zetten, is het aangewezen dat hij/zij dit eerst bespreekt met zijn/haar stagebegeleiders van de hogeschool. Bij een stopzetting van één stageperiode wordt het gehele OPO didactische stage als ‘niet afgelegd’ of NA beoordeeld.

Een stage kan ook worden stopgezet door mentoren en/of de stagebegeleiders.  Deze beslissing kan zich voordoen wanneer de stagiair geen lesvoorbereiding kan voorleggen bij de eigenlijke les, of wanneer de voorbereiding onvoldoende wordt geacht, of wanneer de stagiair zich niet houdt aan vooropgestelde verwachtingen van de stageschool of hogeschool. De stageschool tracht hier eerst over te communiceren met de student en contacteeert de stagecoördinator van de opleiding. De stagecoördinator verwittigt de stagebegeleiders die op hun beurt contact opnemen met de mentoren. Een stopzetting kan nooit zonder overleg gebeuren met de stagiair en met de hogeschool.  In dit gesprek worden eerst concrete verwachtingen vooropgesteld voor volgende lessen of stage. Wanneer de stagiair hiermee geen rekening houdt bij volgende lessen of stage, kan de stage definitief worden stopgezet. Wanneer de opleiding akkoord gaat met deze beslissing kan de stagiair niet meer slagen voor het OPO didactische stage. De stageschool motiveert de stopzetting via mail of verslag. 

De stagiair neemt zelf contact op met de stageschool (schoolmentor of verantwoordelijke stages). Hij/zij maakt een afspraak, minimum drie weken voorafgaand aan de stage, om het stagerooster te bespreken en bezorgt de nodige stage-info aan de schoolmentor van de stageschool. De stagiair plant dit overleg op een lesvrij ogenblik van Odisee. Hij legt tevens een overlegmoment vast met vakmentor(en) van de stageschool om de observatie-opdrachten en/ of lesonderwerpen te bespreken.

De stagiairs leggen tijdens deze week ook een overlegmoment vast met vakmentor(en) van de stageschool om de observatie-opdrachten en/ of lesonderwerpen te bespreken. Het is een ideaal moment  om de vooropgestelde stagecompetenties te bespreken, als ook mogelijke lesonderwerpen voor de actieve stageweek. Lesmateriaal kan worden uitgewisseld. De bedoeling van deze week is dat de stagiair zo veel mogelijk info krijgt over de lessen die hij/zij moet geven.

Eventueel kunnen er vrijblijvend observatielessen worden gepland. We raden observatielessen aan voor elke actieve stage van tweede- en derdejaarsstudenten, doch dit is niet verplicht. De stagiair bezorgt aan elke mentor zijn contactgegevens. Ook contactgegevens van de mentor kunnen worden uitgewisseld. De mentor maakt duidelijke en concrete afspraken  hoe de stagiair hem/haar mag of kan bereiken.

De stagiair bezorgt een aantal documenten (digitaal en/of papier) aan de mentoren en licht deze toe. De keuze digitaal of via papier wordt door de mentor(en) bepaald. Het betreft de stagecompetenties, de link naar de stagewebsite en de documenten voor de eindevaluatie.  De documenten kunnen eveneens digitaal of op papier door de mentor worden ingevuld. 

Supervisie houdt in dat stagiairs van de tweede en derde opleidingsfase, na een stage,  in kleine groep en onder begeleiding van een docent (supervisor) samen reflecteren over de stage-ervaringen. De stagiair leert uit zijn/haar ervaringen wanneer hij/zij er bij stilstaat, tracht te begrijpen waarom de zaken gelopen zijn zoals ze gelopen zijn en nagaat wat hij/zij er voor volgende stages kan uit leren.

De stagiairs bereiden de supervisie voor. Ze kiezen een moment/ervaring  uit hun stage waar ze grondiger willen naar kijken en analyseren die ervaring vooraf. Tijdens de supervisie kunnen de ze die ervaring inbrengen en wordt die samen, aan de hand van verschillende methodieken, onder de loep genomen. Nadien selecteren de ze de leerdoelen die ze zichzelf stellen op basis van de supervisie-ervaring.

De stagiair meldt zich aan bij de receptie van de stageschool en vraagt naar de schoolmentor / stagecoördinator van de stageschool. In sommige gevallen stelt ook de directie het op prijs wanneer de stagiair even kennismaakt. Ook in de leraarskamer is het handig zich even voor te stellen.  Bij het einde van de stage wordt een dankwoordje gewaardeerd.

De stagiair kijkt regelmatig zijn Odiseemail na. Alleen het Odisee-adres wordt gebruikt om te communiceren met de stageschool en hogeschool.

De stagiair verzorgt zijn uiterlijk en kledij wanneer hij/zij voor de klas staat. Hij/zij houdt rekening met de leefregels van de stageschool (bv. dragen van hoofddeksel, zomerkledij, pearcings,…).

De stagiair drukt zich vlot en duidelijk uit in Standaardnederlands.

De stagiair heeft respect voor de schoolcultuur en het opvoedingsproject van de stageschool.

De stagiair gaat met de nodige discretie om  met gegevens van leerlingen en houdt rekening met de privacywetgeving. De stagiair gaat niet mee in roddels en is mild in zijn/haar reacties.

De stagiair zoekt in de leraarskamer en op school zo veel mogelijk contact met leraren van de school.

De stagiair is steeds tijdig op school; ten minste een kwartier voor de start van de eigenlijke les. Indien de les niet na een pauze plaatsvindt, zorgt hij/zij ervoor dat hij/zij tijdig bij het betreffend lokaal is. Hij informeert zich vooraf waar het lokaal zich bevindt of waar hij/zij verwacht wordt.

De stagiair bezorgt alle nodige documenten aan de mentor en legt deze uit, ten laatste bij de start van de stage.

Wanneer de stagiair met meerdere studenten observeert in één klas, wordt er achteraan in de klas niet gepraat, niet gegeten, en/of is hij/zij niet bezig met sociale media.

Stagiairs kunnen steeds opdrachten samen maken, dit met vermelding van de namen van de medestagiairs.

De voorbereiding (inclusief lesmateriaal) wordt de avond voor de eigenlijke lesdag opgeladen op het stageportaal. (deadline 23u59). Wanneer de stagiair geen rekening houdt met deze deadline, kan de stage worden stopgezet.

De stagiair draagt zorg voor zijn didactisch materiaal en dat van de mentor. Hij /zij maakt tijdig kopieën, indien nodig . Wanneer mogelijk wordt het didactisch materiaal tijdig klaargezet en nadien opgeruimd.  Materiaal van de mentor wordt vlug en ordelijk terug bezorgd.

De stagiair (eerste en tweede opleidingsfase) bezorgt de lesvoorbereiding (indien wenselijk voor mentor) minstens drie werkdagen voorafgaand de stageles aan de mentor.

De stagiair overlegt met de mentor hoe hij hem/haar een digitale of papieren versie van de voorbereiding bezorgt. Bij elke actieve stageles is er een lesvoorbereiding (digitale of papieren versie / in bezit van de mentor) aanwezig. Wanneer er geen voorbereiding aanwezig is, kan de stage worden stopgezet.

De stagiair dient het document ‘begeleidingsformulier mentor’ in papieren versie elke les aan de mentor te bezorgen zodat de mentor tijdens de les feedback kan noteren. Wanneer de mentor dit digitaal wenst, bezorgt de student een digitale versie.

Er moet steeds een stagerooster beschikbaar zijn op het stageportaal. Wanneer er geen stagerooster beschikbaar is, is er geen stagebezoek en wordt de stage als ‘niet afgelegd’ beoordeeld. Het stagerooster is beschikbaar volgens de deadlines. Bij problemen (stagerooster, laattijdig verkrijgen van lesonderwerpen, …) wordt de onvolledigheidsfiche ingevuld en opgeladen op het stageportaal. Wanneer de stagiair niet communiceerde met zijn stagebegeleiders over de moeilijkheden inzake zijn/haar stageproces, kunnen de stagebegeleiders beslissen om de stage stop te zetten. 

De stage wordt als NA beoordeeld wanneer studenten niet aanwezig zijn op de stageplaats bij een stagebezoek van de stagebegeleider (bv doordat ze niet of te laat communiceerden over uurroosterwijzigingen).

Stagiairs die hun stagedocumenten (eindevaluaties, …) niet in orde brengen voor een tussentijds evaluatiemoment en dit niet bijsturen tegen de volgende deadline kunnen niet slagen op stage.

Vanuit de hogeschool wordt er veel aandacht besteed aan het opvolgen, stimuleren en inoefenen van taalcompetenties die nodig zijn om enerzijds de opleiding tot een goed einde te brengen (academische taalvaardigheid) en anderzijds om de professionele carrière goed te kunnen aanvatten (professionele taalvaardigheid). Op het studentenportaal van de opleiding  vindt de stagiair hoe het taalbeleid van de opleiding BaSO er precies uitziet, wat de hogeschool en stagebegeleiders van hem/haar verwachten op talig vlak. De stagiair kan advies krijgen om taalcoaching te volgen. Wanneer hij/zij dit advies niet opvolgt, dan wordt hiermee rekening gehouden bij de stage-evaluatie.

Wanneer de stagiair de stagecoördinator wenst te spreken, dan maakt hij voorafgaand een afspraak via mail ( katrin.debisschop@odisee.be (AV) of Janne.Kerremans@odisee.be (LO + LO-AV). Er kan een teamsgesprek gepland worden of een gesprek op de campus. 

Wanneer de stagiair vragen heeft over stageopdrachten, dan neemt hij/zij contact op met de stagebegeleider van het vak. Eerstejaarsstudenten kunnen contact opnemen met de stagebegeleiders van het practicum. Zij zijn ook beschikbaar om een stageverloop te bespreken.

Indien er in verband met het aantal lesuren per vak problemen rijzen (inhalen stagelessen,…) verwittigt de stagiair eerst  de stagebegeleider van dat vak én/of de extra stagebegeleider (practicumbegeleiders voor eerstejaars). 

Bij meer organisatorische vragen over de stage neemt de stagiair contact  op met de stagecoördinator. Mochten er zich ernstige conflicten voordoen op een stageschool, is het ook aangewezen contact op te nemen met de stagecoördinator.

Elke andere wijziging  (wijziging onderwijsvak, stopzetting stage, inhaalstage… ) wordt via mail doorgegeven aan de stagecoördinator. De stagiair verwittigt ook de stageschool.

Individuele stagetrajecten worden steeds besproken met de stagecoördinator. De stagiair neemt hiertoe zelf initiatief. Het traject moet passen binnen het afgesproken studieprogramma met de trajectbegeleider. 

De stagiair informeert zich eerst bij medestudenten bij vragen over stage. In tweede instantie bij stagebegeleiders. Bij overdonderende gevoelens, persoonlijke twijfel, moeilijkheden tijdens de stage kan het veel deugd doen het hart te luchten bij een vertrouwenspersoon.