Onderstaande info geldt voor bijna alle stages.
Bij een geïndividualiseerd stagetraject kunnen de stages verschillend zijn: data, nummering stages, competenties, opdrachten en evaluatie kunnen inhoudelijk verschillen van een standaardtraject. Dit persoonlijk stageprogramma wordt afgesproken met de trajectbegeleider en de stagecoördinator en wordt weergegeven in een aangepaste ECTS-fiche. De fiche is voor de stagiair en de stagebegeleider terug te vinden in het digitaal portfolio van de stagiair. De stagementor leest de individuele wijzigingen in de concrete afspraken van de stageovereenkomst. Alle andere stageafspraken gelden ook voor geïndividualiseerde stagetrajecten.
Wanneer de stagiair ziek wordt of gewettigd afwezig is en hij/zij voorziet dat hij/zij een geplande les niet kan geven, dan verwittigt hij/zij onmiddellijk (telefonisch) de stageschool, mentoren en stagebegeleiders. De melding van afwezigheid bij ziekte gebeurt bij voorkeur zo vroeg mogelijk (bij het begin van de eigenlijke lesdag). Bij een mogelijk stagebezoek belt hij/zij de stagebegeleiders op zodat zij tijdig hun stagebezoeken kunnen wijzigen. Een mail volstaat op dat ogenblik niet. Het is handig mee te delen hoe lang deze afwezigheid duurt en wanneer de stage terug wordt aangevat. Deze info moet via mail worden doorgegeven en bevestigd; de dag voorafgaand de eigenlijke stageactiviteit om de betrokkenen te verwittigen, of de dag zelf om de telefonische mededeling te bevestigen. Alle gemiste uren dienen in principe te worden ingehaald. Bij vragen over in te halen lessen legt de stagiair dit in eerste instantie voor aan de stagebegeleiders.
De stagiair overlegt – uit eigen initiatief – met de stageschool wanneer de gemiste stage-uren kunnen worden ingehaald. De stagelessen dienen ten laatste twee weken na de eigenlijke stageperiode te worden gegeven. De in te halen lessen dienen zo veel mogelijk gepland te worden op lesvrije ogenblikken van de hogeschool. De stagiair brengt zijn/haar stagebegeleiders tijdig op de hoogte van zijn/haar nieuwe stageplanning en vraagt de goedkeuring hiervoor. Hij /zij plaatst een nieuw stagerooster (met vermelding datum opladen) in zijn/haar portfolio. Er kunnen geen stagelessen meer worden ingehaald na 17 mei 2023. Alle gemiste uren van een stage dienen ingehaald te zijn voor de start van de volgende stage. Wanneer het pakket stage-uren niet wordt gegeven zoals vooropgesteld, dan wordt de didactische stage als ‘niet afgelegd’ NA beoordeeld en dient het gehele OPO opgenomen te worden in het volgende academiejaar .
Bij afwezigheid wegens ziekte, tijdens stagelessen of practica, is altijd een doktersattest vereist. De stagiair geeft dit bewijs af aan het secretariaat – stageondersteuning zodra hij/zij terug op school is. Wanneer de stagiair lange tijd afwezig is, stuurt hij/zij het doktersattest op per post naar ‘Secretariaat stageondersteuning BaSO-Brussel, Warmoesberg 26, 1000 Brussel en neemt hij/zij contact op met de ombudsdienst. Wanneer de stagiair tijdens 2 opeenvolgende stageperiodes afwezig is wegens ziekte, dient hij/zij een gesprek te hebben met het opleidingshoofd.
Bij afwezigheid bij didactische practica (1BaSO) worden de stagebegeleiders van het practicum verwittigd. Ook medestudenten met wie de stagiair aan co-teaching doet in de practica worden op de hoogte gebracht.
Ook bij andere gewettigde afwezigheden worden alle hierboven vermelde personen verwittigd en bezorgt de stagiair een afwezigheidsattest aan het secretariaat – stageondersteuning.
Bij niet gewettigde afwezigheid wordt de stage (het OPO) als NA (= niet afgelegd) beoordeeld.
Wanneer een stagiair een stage wenst stop te zetten, is het aangewezen dat hij/zij dit eerst bespreekt met zijn/haar stagebegeleiders van de hogeschool. Bij een stopzetting van één stageperiode wordt het gehele OPO didactische stage als ‘niet afgelegd’ of NA beoordeeld.
Een stage kan ook worden stopgezet door mentoren en/of de stagebegeleiders. Deze beslissing kan zich voordoen wanneer de stagiair geen lesvoorbereiding kan voorleggen bij de eigenlijke les, of wanneer de voorbereiding onvoldoende wordt geacht, of wanneer de stagiair zich niet houdt aan vooropgestelde verwachtingen van de stageschool of hogeschool. De stageschool tracht hier eerst over te communiceren met de student en contacteeert de stagecoördinator van de opleiding. De stagecoördinator verwittigt de stagebegeleiders die op hun beurt contact opnemen met de mentoren. Een stopzetting kan nooit zonder overleg gebeuren met de stagiair en met de hogeschool. In dit gesprek worden eerst concrete verwachtingen vooropgesteld voor volgende lessen of stage. Wanneer de stagiair hiermee geen rekening houdt bij volgende lessen of stage, kan de stage definitief worden stopgezet. Wanneer de opleiding akkoord gaat met deze beslissing kan de stagiair niet meer slagen voor het OPO didactische stage. De stageschool motiveert de stopzetting via mail of verslag.
De stagiair brengt de stagementor telefonisch op de hoogte van de contactweek. Ze bepalen samen een kort overlegmoment, liefst op lesvrije ogenblikken van de hogeschool. De stagiair heeft immers nog les op de hogeschool tijdens deze week.
De stageschool bezorgt ten laatste in deze week een stagerooster aan de stagiair voor de komende stageperiode, als ook de contactgegevens van de mentoren. Op basis van het stagerooster maakt de stagiair afspraken met zijn/haar mentoren om de lesonderwerpen te bespreken. Hij/zij licht de stage en de documenten toe. Op het einde van de contactweek bezorgt de stagiair het stagerooster aan zijn of haar stagebegeleiders van de opleiding en laadt dit document op in zijn portfolio.
Tijdens de stagecontactweek van de actieve stages geeft de stagiair aan al zijn mentoren volgende documenten: de kerncompetenties stage van de opleidingsfase, de vakgerichte stagecompetenties en een feedbackdocument of eindbeoordelingsdocument. Hij licht de inhoud ervan toe. Het eindbeoordelingsdocument geeft een beeld over het functioneren / evolutie van de stagiair gedurende de gehele stage.
Alle documenten kunnen digitaal of op papier worden bezorgd. De documenten kunnen eveneens digitaal of op papier worden ingevuld. Het is belangrijk dat de mentor het eindbeoordelingsdocument document terugbezorgt aan de stagiair. De stagiair laadt dit op in zijn/haar digitaal portfolio. Het eindbeoordelingsdocument vormt het vertrekpunt van een stagebespreking op de hogeschool.
De stagiair vult na elke actieve stageles zijn synoptische lijst aan. Dit is een overzicht van alle actief gegeven lessen doorheen één academiejaar per opleidingsfase. Elke gegeven les krijgt een nummer. Het eerste cijfer duidt het aantal gegeven lessen aan, vervolgens een afkorting van het vak, en vervolgens een cijfer dat aangeeft de hoeveelste les van het betreffend onderwijsvak werd gegeven. Bv. 14 Fra 7. De stagiair gaf 14 lessen en het is de 7de les Frans. Het lesnummer loopt door over alle stageperiodes en start bij nummer 1 voor elke opleidingsfase. Dit lesnummer noteert de stagiair ook op de lesvoorbereiding én het stagerooster. In de synoptische lijst komen geen observatielessen. Studenten die stage lopen in twee verschillende opleidingsfases werken met 2 synoptische lijsten (1 per vak per fase)
De synoptische lijst wordt na een stageperiode opgeladen in het digitaal portfolio in de map ‘Stagetraject – administratie’ / ‘synoptische lijst’.
De stagiair vult na elke stage ‘het overzicht stageverbredende activiteiten’ aan. Het gaat om een overzicht van mesotaken of extra-activiteiten. Vanuit de hogeschool worden er +/- 2 mesotaken verwacht per stageweek. Het aantal verschilt soms per stageperiode. Het kan gaan om een toezicht, het begeleiden van een activiteit, een opdracht ter ondersteuning van het secretariaat, het bijwonen van een vergadering, …
Het overzicht ‘stageverbredende activiteiten’ wordt na een stageperiode opgeladen in het digitaal portfolio in de map ‘Stagetraject – administratie’ / ‘Mesoactiviteiten’.
Tijdens de opleiding van de stagiair stelt hij/zij een persoonlijk digitaal portfolio samen. Dit bestaat enerzijds uit een overzicht van alle stages met opdrachten, verslagen en beoordelingen. Het geeft een overzicht hoe de stagiair groeit in zijn/haar basiscompetenties als leraar. Het is tevens een weergave van al zijn/haar stageactiviteiten doorheen de drie opleidingsfases.
De stagiair logt in via Toledo en gaat naar ‘My portfolio’. Het betreft het portfolio van het huidig academiejaar ’22-’23. Vervolgens werkt hij/zij alleen in de map ‘activiteitenplannen’. Daar krijgt hij/zij een overzicht van de stages die hij/zij loopt in het betreffend academiejaar. Het is belangrijk dat alle documenten door de stagiair worden opgeladen bij de juiste stage van het vak, in de juiste opleidingsfase en academiejaar. Bv. Portfolio BaSO 1-gestart AJ 22-23
In elk portfolio zijn er een aantal deelmappen waar hij/zij de stagedocumenten zal moeten in opladen. De grote structuur per stage komt neer op:
- Stage 2
Stagerooster
Vak 1
Lesvoorbereidingen
Lesmateriaal
Opdrachten
Lesboordelingen mentor
Vak 2
Lesvoorbereidingen
Lesmateriaal
Opdrachten
Lesboordelingen mentor
In een tweede belangrijke map ‘stagetraject-administratie’ komen alle administratieve stagedocumenten die het stageverloop over een gans jaar omvatten. Het bestaat vooral uit lesverslagen van stagebegeleiders en eindbeoordelingsdocumenten van mentoren. De stagiair is zelf verantwoordelijk om alle documenten verzorgd (duidelijke, rechtopstaande scans of foto’s) op te laden.
- Stagetraject-administratie
Synoptische lijst
Eindbeoordelingen mentoren stageschool
Beoordelingen stagebegeleiders Odisee
Mesoactiviteiten
- Geïndividualiseerd traject
De stagiair dient zijn/haar portfolio te personaliseren door op het eerste gele potlood te klikken bij vak 1 en de naam van zijn/haar eerste onderwijsvak in te vullen. Dit is het alfabetisch eerste vak. (bv. aardrijkskunde komt voor wiskunde). We vragen om NOOIT op de voltooien-knop te klikken! Van een paradox gesproken!
De stagiair gebruikt bij elk document een juiste benaming volgens de richtlijnen:
Practicum 2_lesvoorbereiding / Practicum2_presentatie/ Practicum2_lesmateriaal : Practicum2_vervangopdracht / Practicum2_feedbackdocument_mentor Stage1_observatieverslag
Voor actieve stages (Bv. stage 2)
(documenten per vak, bij elk onderscheiden vak)
Stage2_lesnummer_lesvoorbereiding / Stage2_lesnummer_presentatie/ Stage2_lesmateriaal / Stage2_lesnummer_lesbeoordeling mentor
Documenten in de map stagetraject- administratie: Synoptische lijst / Eindbeoordelingen mentoren stageschool / Beoordelingen stagebegeleiders Odisee/Overzicht stageverbredende activiteiten
Stage2_synoptische lijst / Stage2_eindbeoordeling_mentor_vak
Stage2_meso-activiteiten / Stage3_lesbeoordeling_naam stagebegeleider
Supervisie houdt in dat stagiairs van de tweede en derde opleidingsfase, na een stage, in kleine groep en onder begeleiding van een docent (supervisor) samen reflecteren over de stage-ervaringen. De stagiair leert uit zijn/haar ervaringen wanneer hij/zij er bij stilstaat, tracht te begrijpen waarom de zaken gelopen zijn zoals ze gelopen zijn en nagaat wat hij/zij er voor volgende stages kan uit leren.
De stagiairs bereiden de supervisie voor. Ze kiezen een moment/ervaring uit hun stage waar ze grondiger willen naar kijken en analyseren die ervaring vooraf. Tijdens de supervisie kunnen de ze die ervaring inbrengen en wordt die samen, aan de hand van verschillende methodieken, onder de loep genomen. Nadien selecteren de ze de leerdoelen die ze zichzelf stellen op basis van de supervisie-ervaring.
De stagiair meldt zich aan bij de receptie van de stageschool. De directie stelt het op prijs wanneer de stagiair even kennismaakt. Ook in de leraarskamer is het handig zich even voor te stellen. Bij het einde van de stage wordt een dankwoordje gewaardeerd.
De stagiair kijkt regelmatig zijn Odiseemail na. Alleen het Odisee-adres wordt gebruikt om te communiceren met de stageschool en hogeschool.
De stagiair verzorgt zijn uiterlijk en kledij wanneer hij/zij voor de klas staat.
De stagiair drukt zich vlot en duidelijk uit in Standaardnederlands.
De stagiair heeft respect voor de schoolcultuur en het opvoedingsproject van de stageschool.
De stagiair gaat met de nodige discretie om met gegevens van leerlingen en houdt rekening met de privacywetgeving. De stagiair gaat niet mee in roddels en is mild in zijn/haar reacties.
De stagiair zoekt in de leraarskamer en op school zo veel mogelijk contact met leraren van de school.
De stagiair is steeds tijdig op school; ten minste een kwartier voor de start van de eigenlijke les. Indien de les niet na een pauze plaatsvindt, zorgt hij/zij ervoor dat hij/zij tijdig bij het betreffend lokaal is. Hij informeert zich vooraf waar het lokaal zich bevindt of waar hij/zij verwacht wordt.
De stagiair bezorgt alle nodige documenten aan de mentor en legt deze uit, ten laatste bij de start van de stage.
Wanneer de stagiair met meerdere studenten observeert in één klas, wordt er achteraan in de klas niet gepraat, niet gegeten, en/of is hij/zij niet bezig met sociale media.
Stagiairs kunnen steeds opdrachten samen maken, dit met vermelding van de namen van de medestagiairs.
De stagiair draagt zorg voor zijn didactisch materiaal en dat van de mentor. Hij /zij maakt tijdig kopieën, indien nodig . Wanneer mogelijk wordt het didactisch materiaal tijdig klaargezet en nadien opgeruimd. Materiaal van de mentor wordt vlug en ordelijk terug bezorgd.
De stagiair (eerste en tweede opleidingsfase) bezorgt de lesvoorbereiding (indien wenselijk voor mentor) minstens drie werkdagen voorafgaand de stageles aan de mentor.
Bij elke actieve stageles is er een lesvoorbereiding aanwezig. De voorbereiding (inclusief lesmateriaal) wordt de avond voor de eigenlijke lesdag opgeladen in het digitaal portfolio. (deadline 24u).
De student overlegt met de mentor hoe hij hem/haar een digitale of papieren versie van de voorbereiding bezorgt. Er moet een lesvoorbereiding beschikbaar zijn bij de eigenlijke les. Is dit niet zo, dan kan de stage worden stopgezet.
De stagiair dient het document ‘lesbeoordeling’ in papieren versie elke les aan de mentor te bezorgen zodat de mentor tijdens de les feedback kan noteren. Wanneer de mentor dit digitaal wenst, bezorgt de student een digitale versie.
Er moet steeds een stagerooster beschikbaar zijn in het portfolio. Een stagerooster wordt ook via mail doorgestuurd naar de stagebegeleiders. Wanneer er geen stagerooster beschikbaar is, is er geen stagebezoek en wordt de stage als ‘niet afgelegd’ beoordeeld. Het stagerooster is beschikbaar volgens de deadlines. Bij problemen (stagerooster, laattijdig verkrijgen van lesonderwerpen, …) licht de student zijn stagebegeleiders tijdig in. Wanneer de student niet communiceerde met zijn stagebegeleiders over de moeilijkheden, kunnen de stagebegeleiders beslissen om de stage stop te zetten.
De stage wordt als NA beoordeeld wanneer studenten niet aanwezig zijn op de stageplaats bij een stagebezoek van de stagebegeleider (bv doordat ze niet of te laat communiceerden over uurroosterwijzigingen).
Studenten die hun portfolio administratief niet in orde brengen voor een tussentijds evaluatiemoment; en dit niet bijsturen tegen de volgende deadline kunnen niet slagen op stage.
Vanuit de hogeschool wordt er veel aandacht besteed aan het opvolgen, stimuleren en inoefenen van taalcompetenties die nodig zijn om enerzijds de opleiding tot een goed einde te brengen (academische taalvaardigheid) en anderzijds om de professionele carrière goed te kunnen aanvatten (professionele taalvaardigheid). Op het Digitaal Eco Systeem (DES) van de opleiding vindt de stagiair hoe het taalbeleid van de opleiding BaSO er precies uitziet, wat de hogeschool en stagebegeleiders van hem/haar verwachten op talig vlak. De stagiair kan advies krijgen om taalcoaching te volgen. Wanneer hij/zij dit advies niet opvolgt, dan wordt hiermee rekening gehouden bij de stage-evaluatie en is het stageresultaat onvoldoende.
Wanneer de stagiair de stagecoördinator wenst te spreken, dan maakt hij voorafgaand een afspraak via mail ( katrin.debisschop@odisee.be) (Erasmusgebouw derde verdieping).
LO-vakstudenten kunnen de stagecoördinator op campus Dilbeek contacteren (janne.kerremans@odisee.be; interim: tine.bex@odisee.be), als ook de stagecoördinator van campus Brussel.
Wanneer de stagiair vragen heeft over stageopdrachten, dan neemt hij/zij contact op met de stagebegeleider van het vak. Eerstejaarsstudenten kunnen contact opnemen met de stagebegeleiders van het practicum. Zij zijn ook beschikbaar om een stageverloop te bespreken.
Indien er in verband met het aantal lesuren per vak problemen rijzen (inhalen stagelessen,…) verwittigt de stagiair eerst de stagebegeleider van dat vak én/of de practicumbegeleiders. Een inhaalprogramma stage wordt steeds weergegeven in een stagerooster waarbij de datum van opladen wordt vermeldt. Het stagerooster wordt opgeladen in het portfolio en meegedeeld via mail aan de stagebegeleiders.
Bij meer organisatorische vragen over de stage neemt hij/zij contact op met de stagecoördinator. Mochten er zich ernstige conflicten voordoen op een stageschool, is het ook aangewezen contact op te nemen met de stagecoördinator.
Elke andere wijziging (wijziging onderwijsvak, stopzetting stage,… ) wordt via mail doorgegeven aan de stagecoördinator. De stagiair verwittigt ook de stageschool.
Wanneer de stagiair gedurende twee opeenvolgende stageperiodes ziek is, is een afspraak met het opleidingshoofd Bart.denul@odisee.be nodig.
De stagiair vraagt steeds via mail een stagedocument aan via katrin.debisschop@odisee.be.
De stagiair informeert zich eerst bij medestudenten bij vragen over stage. In tweede instantie bij stagebegeleiders of in de les onderwijskunde. Bij overdonderende gevoelens, persoonlijke twijfel, moeilijkheden tijdens de stage kan het veel deugd doen het hart te luchten bij een vertrouwenspersoon.