Beginsituatie en situering
In de eerste opleidingsfase werkte de student aan de basiscompetentie als ‘inhoudelijk expert’. Hij of zij verwierf een aantal basisvaardigheden van een leraar: leren observeren, een degelijke instructie geven en het stellen van gerichte vragen. Hij / zij heeft ervaren wat het betekent om enthousiast en voldoende leidinggevend voor de klas te staan. Hij / zij leerde een les ontwerpen waarbij hij / zij de leerlingen zoveel mogelijk aanzet tot activiteit. Deze competenties worden meegenomen naar de tweede opleidingsfase.
In de tweede opleidingsfase werkt de student vooral aan de basiscompetenties ‘de leraar als begeleider van onderwijsleerprocessen, als organisator, inhoudelijk expert en als opvoeder’. Zijn of haar functioneren als leerkracht in de klas in relatie met leerlingen staat centraal. De hoofddoelstelling is om effectief leren te realiseren bij leerlingen. De mate waarin hij / zij betrokkenheid van leerlingen kan realiseren is een belangrijk criterium doorheen de stageperiodes.
In de loop van het jaar bouwt hij / zij aan houdingen, kennis en vaardigheden die nodig zijn om steeds meer activerend te kunnen lesgeven: van sterk leerkrachtgestuurde activiteiten naar activiteiten waar de zelfstandigheid van de leerling centraal staat.
Opbouw
Het stagecurriculum voor een standaardtraject Doorgroeistage bestaat uit:
een doorgroeistage tijdens het eerste semester en twee doorgroeistages tijdens het tweede semester.
De stagiair AV doet ervaring op in de eerste en tweede graad (doorstroom, dubbele – en/of arbeidsgerichte finaliteit).
De stagiair – AV doet vooral ervaring op in de eerste graad en de tweede graad doorstroomfinaliteit.
We stimuleren de stagiairs om voorafgaand elke stageperiode te observeren. De stagiair dient in onderling overleg met de stageschool na te gaan of een observatiestage mogelijk is.
Doelen en competenties
In de tweede opleidingsfase maakt de student kennis met verschillende basiscompetenties: ‘de leraar als begeleider van onderwijsleerprocessen, als organisator, inhoudelijk expert en als opvoeder. De kerncompetenties concretiseren de verwachtingen per opleidingsfase. Naast de algemene kerncompetenties zijn er ook vakgerichte competenties.