Beginsituatie en situering
De student stapt de opleiding Educatieve Bachelor Secundair Onderwijs in met verschillende eigen onderwijservaringen.
In de eerste opleidingsfase verkent hij/zij deze ervaringen vanuit een ander perspectief, dat van de leerkracht.
Hij/zij maakt kennis met verschillende basiscompetenties: leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, organisator en inhoudelijk expert.
De student zet zijn eerste stappen in de didactische practica. Hij/zij leert er in een practicumschool gericht observeren en andere basisvaardigheden. Deze vaardigheden oefent hij/ zij verder in een zelf gekozen stageschool tijdens 3 stageperiodes; stage 1, stage 2 en 3. De student observeert, geeft zelfstandig les en wordt begeleid door mentoren en stagebegeleiders.
Opbouw
Concreet ziet het stagecurriculum voor een modeltraject er zo uit:
Eerste semester OPO Didactische practica (Niet voor LO-studenten) Brusselse stageschool | Eerste semester OPO Didactische practica Stage 1 | Tweede semester OPO Didactische stage 1 Stage 2 | Tweede semester OPO Didactische stage 1 Stage 3 |
5 oktober (NM-hogeschool) 12 oktober (NM) 26 oktober (NM) 23 november (NM) 14 december (NM -hogeschool) | Observatiestage: 16/10/23 – 20/10/23
| Observatiestage en actieve stage: 26/02 – 01/03/’24
| Actieve stage: 22/4-26/04/’24
|
Doelen en competenties
In de eerste opleidingsfase maakt de student kennis met verschillende basiscompetenties: leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, organisator en inhoudelijk expert. De kerncompetenties concretiseren de verwachtingen per opleidingsfase. Naast de algemene kerncompetenties zijn er ook vakgerichte competenties.