De kennis, vaardigheden en attitudes die we als leraar moeten verwerven om aan de slag te gaan in een school, binnen onze hedendaagse complexe samenleving, is terug te vinden in een referentiekader. Dit referentiekader, ontwikkeld door de Vlaamse overheid, omschrijft de eindcompetenties van de leraar kleuteronderwijs. Het referentiekader bestaat uit functionele gehelen en attitudes die onderverdeeld zijn in tal van basiscompetenties en attitudes. Gedurende de drie fasen van de opleiding krijgen studenten de kans om via de opleidingsonderdelen deze basiscompetenties te verwerven.
Het diploma ‘Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs’ kan je pas verwerven wanneer je al deze competenties en attitudes in voldoende mate hebt verworven.
In opleidingsfase 1 werken studenten voornamelijk aan de eerste vijf functionele gehelen van de basiscompetenties en de attitudes. Die basiscompetenties komen het meest aan bod in de afgebakende, eenvoudige klascontext waarin studenten focussen op het begeleiden van activiteiten.