De stage start met drie dagen observatiestage in de eigen stageklas, gecombineerd met een stagevoorbereiding op de hogeschool.
Door de observatiestage (in de eigenlijke stageklas) proberen wij er steeds voor te zorgen dat de studenten zoveel mogelijk kansen krijgen om vertrouwd te raken met de kleuterklaspraktijk van de stageklas. Wij verwachten dat de studenten niet alleen observeren maar ook participeren aan het klasgebeuren en op die manier hun observatieopdrachten vervullen. Daarnaast verwachten we van de studenten dat ze een aantal kleine opdrachten uitvoeren zoals bijvoorbeeld het organiseren van een bewegingstussendoortje.
Aangezien de eerstejaarsstudenten op het vlak van stage geen specifieke voorkennis moeten hebben, zorgen we ervoor dat de stage stapsgewijs wordt opgebouwd. Nieuwe activiteiten worden van bij de aanvang van het academiejaar gedemonstreerd door kleuteronderwijzers van de praktijkscholen. In zo’n basisactiviteit, waarover op voorhand is overlegd door de praktijkschoolleerkracht, de pedagoog en de vakdocent, wordt aan studenten getoond hoe een bepaalde activiteit kan verlopen. In de bespreking die volgt op de basisactiviteit worden alternatieven aangeboden en besproken.
Tijdens de stagevoorbereiding krijgen studenten de kans om onder begeleiding van de docenten de ondertussen gegroeide ideeën in een zinvol aanbod te gieten, aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kleuters in hun stageklas.
De klasrealisatie vormt de daadwerkelijke uitvoering van het voorbereidende werk.
De studenten krijgen de kans (zijn verplicht) in de stageklas de vooropgestelde activiteiten zelfstandig uit te proberen.
Kwaliteitsvolle voorbereidingen zijn een noodzakelijke voorwaarde om tot een kwaliteitsvolle klasrealisatie te komen.
Geleidelijk aan worden de eisen hoger in de actieve stage. We denken daarbij aan:
- het begeleiden van moeilijkere activiteiten bv. wiskundig spel, muziekspel…
- aandacht besteden aan de logische volgorde en de rode draad in een aanbod;
- het begeleiden en organiseren van grotere groepen kleuters.
Na elk stagemoment wordt er een reflectiemoment of ‘groeigroep’ gepland, waarin de studenten hun ervaringen met betrekking tot de voorbije stage kunnen delen. De bedoeling is dat zij zo van elkaar kunnen leren. De individuele ervaringen worden besproken en geduid en voor problemen (die zich altijd kunnen voordoen) wordt een oplossing gezocht. Tevens wordt getracht om – in functie van de volgende stage(s) – groeipunten te formuleren. De bedoeling is dat studenten zicht krijgen op hun eigen groeiproces en dit ook actief in eigen handen nemen.