Evaluatie

De evaluatie van het OPO ‘praktijk 1’ gebeurt in de drie jaren van de opleiding volgens eenzelfde stramien.

Er wordt naar gestreefd dat alle studenten in ‘praktijk 1’ (semester 1) minstens één bezoek krijgen. Tijdens ‘praktijk 2’ (semester 2) krijgen studeten twee stagebezoeken. Bij elk bezoek wordt door de betrokken docent een beoordelingsformulier ingevuld. In de mate van het mogelijke worden de ervaringen onmiddellijk na het aanbod besproken met de student. De docenten en studenten bespreken hoe zij het aanbod ervaren hebben en wat voor de betreffende student de werk- en groeipunten zijn. De docenten kennen bij een bezoek geen algemene stagescore op 20 punten toe, maar de codes per rubriek op het stagebeoordelingsformulier geven wel aan hoe de beoordelaar het geobserveerde inschat.

Een gedetailleerd overzicht van de evaluatiecriteria vind je hier.

Tot slot wordt ook van de student verwacht dat hij reflecteert over zichzelf als toekomstige leerkracht (groeigroepen). De attitudes die we verwachten van toekomstige leerkrachten en die we vaststellen en observeren worden mee opgenomen in de eindscore voor het OPO ‘praktijk 1’.

Aan het einde van het semester worden alle evaluatiegegevens van elke student door de leergroepbegeleider gebundeld in een dossier.

Dat dossier bevat dan:                

  • De verslagen van de bezoekende vakdocent of leergroepbegeleider;
  • De globale evaluaties van de mentoren;
  • De beoordeling van de stagemap.

De eindevaluatie gebeurt op het einde van het eerste semester door de groep van docenten die betrokken is bij ‘praktijk 1’. We vinden het evenwel heel belangrijk dat studenten groeikansen krijgen. Hun ontwikkelingsproces wordt begeleid of bijgestuurd in persoonlijke ontmoetingen (tijdens of na het stagebezoek waarbij heel wat feedback gegeven wordt).

Een geheel van verslagen met goede en slechte punten resulteert niet noodzakelijk in een ‘nipt voldoende’ score. Om te slagen voor het OPO moet de student een voldoende halen op alle rubrieken. Het principe is immers dat de student op alle aangegeven decretaal omschreven basiscompetenties en attitudes het vooropgestelde niveau bereikt worden. Goede elementen compenseren dus slechts in beperkte mate slechte. De eindscore zal resulteren in een ‘PASS’ (= geslaagd) of ‘FAIL’ (= niet geslaagd).

Voor dit OPO kan geen tolerantie worden ingeroepen.

Meer informatie vind je ook terug op de ECTS-fiche van het OPO “praktijk 1”.

Het evaluatieformulier dat wordt ingevuld door de stagementor, maakt deel uit van de evaluatie.